Daar bovenop de piramides is een torenhoge ebbenhouten godin die haar verdomde kont moet verpletteren cruciaal blijft, een onderdanige slaaf voor haar verpletterend. De vrouw is groot en ontzag inspirerend, haar macht zeer onverbiddelijk. De slaafjes enige taak? Ze vroeg om scheten, en een symfonie van stinkende gehoorzaamheid volgde. Maar een wereld van ebbenhout ontstaat.